5.1.2 Het M-decreet, een belangrijke stap naar inclusief onderwijs

In het Vlaams Parlement is op 12 maart 2014 een belangrijke stap gezet om het onderwijs meer INCLUSIEF te maken voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Het parlement stemde het M-DECREET. ‘M’ staat voor maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. De bepalingen van het M-decreet zijn geïntegreerd in het Decreet basisonderwijs (25.02.97).

‘LEERLINGEN MET SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN’ wordt in het decreet gedefinieerd als ‘leerlingen met langdurige en belangrijke participatieproblemen die te wijten zijn aan het samenspel tussen:
  • één of meerdere functiebeperkingen op mentaal, psychisch, lichamelijk of zintuiglijk vlak,
  • beperkingen bij het uitvoeren van activiteiten en
  • persoonlijke en externe factoren.’
Met persoonlijke factoren wordt iemands individuele achtergrond zoals leeftijd, geslacht, persoonlijkheid, culturele achtergrond of karakter bedoeld. Tot de externe factoren behoren de fysieke en sociale omgeving van de leerling. De school behoort tot de fysieke omgeving van de leerling.

Krachtlijnen van het M-decreet

  1. Het M-decreet dat geleidelijk wordt ingevoerd vanaf het schooljaar 2015-2016 wil meer kinderen met een beperking een plaats bieden in het gewoon onderwijs. Elke school voor gewoon basisonderwijs moet een doorgedreven zorgbeleid uitbouwen en zoeken naar REDELIJKE AANPASSINGEN. Als dat niet genoeg helpt, dan kan het kind naar het buitengewoon onderwijs. Inclusie is vanaf nu de regel, het buitengewoon onderwijs de uitzondering.

  2. De grootste verandering voor het gewoon onderwijs is het recht op redelijke aanpassingen. Het lerarenteam moet veel gerichter nadenken over remediëring, differentiatie, het inzetten van hulpmiddelen en het meer op maat maken van het curriculum.

    Het lerarenteam zal dus ook meer moeten overleggen met leerlingen met een beperking en hun ouders en intensiever samenwerken met het CLB en andere ondersteuners.

    Een leraar (of zorgcoördinator) moet daarom geen specialist worden in alle mogelijke leerstoornissen of beperkingen. Hij moet wel de nodige basiscompetenties bezitten om op een goede manier les te kunnen geven aan alle leerlingen: de noden van leerlingen inschatten, ‘doelstellingen op maat’ bepalen, differentiëren, bijsturen, remediëren.
    Het gaat in essentie over het versterken van het meesterschap op het vlak van didactiek, pedagogiek en handelingsgericht samenwerken met anderen.

  3. Het M-decreet stelt dat elk kind het recht heeft om zich in te schrijven in een gewone school. De school mag dus geen leerling weigeren die het gemeenschappelijk curriculum aankan met aangepaste maatregelen. Ook een leerling die een individueel aangepast curriculum volgt, heeft het recht om in te schrijven in een gewone school. Zijn inschrijving kan pas ontbonden worden na een gesprek tussen school, CLB en ouders over de (on)redelijkheid van aanpassingen. 

    Zie ook 1.5 Inschrijvingsrecht;
    1.4.2 − 1 Toelatingsvoorwaarden gewoon kleuteronderwijs;
    1.4.2 − 2 Toelatingsvoorwaarden gewoon lager onderwijs;
    1.4.2 − 3 Toelatingsvoorwaarden in het gewoon basisonderwijs voor leerlingen met een verslag BuO;
    1.4.2 − 4 Toelatingsvoorwaarden voor leerlingen in het buitengewoon onderwijs.

    Een kind kan enkel naar het buitengewoon onderwijs met een verslag van het CLB. Het CLB zal eerst onderzoeken of alle mogelijke maatregelen werden genomen in de gewone basisschool alvorens te verwijzen naar het buitengewoon onderwijs. Doorverwijzen naar een school voor buitengewoon onderwijs louter op basis van de sociale achtergrond van een kind (kansarm, anderstalig gezin, …) kan niet.

  4. Vanaf het schooljaar 2015-2016 worden type 1 (leerlingen met een licht verstandelijke beperking), type 8 (leerlingen met ernstige leerstoornissen) en opleidingsvorm 3, type 1 (in het buitengewoon secundair onderwijs) geleidelijk afgebouwd en omgevormd tot het nieuwe type ‘basisaanbod’. Er komt ook een nieuw type 9 voor kinderen met autisme die geen verstandelijke beperking hebben en ondanks GON-ondersteuning niet in het gewoon onderwijs terecht kunnen.