Vak/Gamma Kies een vak Administratieve uitgaven Frans Frans - Taalinitiatie Godsdienst Muzische vorming Schrift Techniek Verkeer Wereldoriëntatie Wiskunde Methodes / ReeksenDagboekenProducten en prijzenDagboek directieDagboek administratief medewerkerDagboek zorgcoördinatorAgenda'sSchoolagenda 1e leerjaar bingel Contacteer uw educatief adviseur Klantenservice Home Lager onderwijs Administratieve uitgaven Dagboeken Dagboektips Dagboek voor de zorgcoördinator Dagboektips Dagboektips Delen 5.5.3-7 Goedbegaafde onderpresteerders en 5.5.3-8 Hoogbegaafde leerlingen 5.5.3-7 Goedbegaafde onderpresteerders Goedbegaafde ONDERPRESTEERDERS beschikken over een grote intellectuele nieuwsgierigheid. Zij willen van alles het ‘hoe’ en het ‘waarom’ kennen. Voortdurend vragen en argumenteren leidt soms tot hyperkritisch gedrag. Zij hebben een goed redeneervermogen: zij kunnen omgaan met abstracte concepten en merken verbanden op. Daardoor slagen zij erin zeer vlug inconsistenties, redeneerfouten of foutieve informatie aan te duiden. Zij kunnen het verbaal goed uitleggen en beschikken over een uitgebreide woordenschat. Toch slagen zij er soms niet in een goede en verzorgde taak af te leveren. Wanneer zij door iets geboeid worden, zullen zij gericht en precies observeren. Op andere momenten zijn ze echter rusteloos en onaandachtig of zitten ze te dagdromen. Zij denken divergent en zoeken naar andere manieren om problemen op te lossen. Soms zijn zij niet gewillig om instructies op te volgen omdat zij de dingen op hun eigen manier willen doen. Zij nemen initiatief en werken bij voorkeur zelfstandig. Soms weigeren ze deel te nemen aan groepsactiviteiten en zijn ze niet coöperatief. Deze leerlingen zijn perfectionisten. Zij stellen ongewoon hoge eisen aan zichzelf en raken gefrustreerd als zij daar niet aan kunnen beantwoorden. Dit kan tot faalangst leiden. Goed begaafde onderpresteerders zijn geïnteresseerd en worden door veel onderwerpen geboeid. Hun hobby’s zijn soms ongewoon, maar worden met groot enthousiasme beoefend. Hun interesses kunnen wel erg wisselend zijn. Binnen een bepaald domein beschikken zij over een uitgebreide kennis en heel wat vaardigheden, maar zij kunnen zich moeilijk inzetten voor schoolvakken die niet aansluiten bij hun interessewereld. Zij houden zich graag bezig met onderwerpen van eerder filosofische aard, zoals de betekenis van het leven of het concept van de ruimte. Zij vertonen vaak gevoelig en gespannen gedrag. Zij reageren vlug op afwijzing of geraken gemakkelijk gefrustreerd. Meer informatie Websites www.bekina.org www.sprankel.be www.letop.be 5.5.3-8 Hoogbegaafde leerlingen Niet alle HOOGBEGAAFDE LEERLINGEN brengen het ver. Sommigen vallen uit voor ze het diploma van het secundair onderwijs hebben behaald. Anderen slagen er niet in hogere studies met vrucht te voltooien, alhoewel ze er zeker de intellectuele capaciteiten voor hebben. En nog anderen komen er effectief als vanzelf. Wat is er aan de hand? Het is heel moeilijk om iedereen het eens te doen worden over wat hoogbegaafdheid eigenlijk is. De ene houdt het op een hoog IQ, de andere op een geheel eigen manier van zijn. De minimalistische definitie is: een IQ hebben dat uitzonderlijk hoog is. De grens wordt gelegd op een IQ dat maar zo’n 2,5% van de bevolking haalt. In geval van een WISC-test (de meest gebruikte test in Vlaanderen) is dat een IQ vanaf 130. Voor andere testen ligt dat cijfer anders. De meer uitgebreide definitie bevat 3 onderdelen: een hoog IQ hebben (boven 130); creatief zijn; de intentie en gedrevenheid hebben dat hoge IQ en deze creativiteit ook om te zetten in uitzonderlijke prestaties. Deze drie aspecten worden dan nog eens verondersteld sterk beïnvloed te worden door de omgeving van het kind en de eigen persoonskenmerken. Tessa Kieboom van het CBO (Centrum voor Begaafdheidsonderzoek, Antwerpen) somt enkele opvallende kenmerken van hoogbegaafden op: perfectionisme; diep doordenken; sterk in communicatie; zeer groot gevoel voor rechtvaardigheid. Belangrijker dan de ultieme definitie van het woord, is echter wat er met de begaafdheid van een kind gebeurt. Wordt er rekening mee gehouden? Zijn er mogelijkheden voor elk kind, dus ook voor een slim kind, om zich evenwichtig te ontplooien? Hoe kunnen wij als begeleider(s) het kind helpen? Hoogbegaafdheid is alvast geen probleem. Een hoogbegaafde heeft geen ziekte, geen handicap die het hem moeilijk of onmogelijk maakt om aan bepaalde activiteiten deel te nemen. Integendeel. Een hoogbegaafde heeft een aantal kwaliteiten die hem in staat stellen bepaalde activiteiten beter of sneller uit te voeren. Hoogbegaafdheid is met andere woorden een talent. De cruciale vraag is dan: Wat gebeurt er met een talent als men het niet ontwikkelt? Met andere woorden: Hoe kunnen we een hoogbegaafd kind in een leerlingengroep maximale ontwikkelingskansen geven? Een antwoord op deze vragen zal bestaan uit volgende kernwoorden: Begrip, respect en een eigen begeleiding, aangepast aan de geheel eigen manier van zijn van hoogbegaafde kinderen en jongeren. Meer informatie Boeken DE CORTE, E. (2012), Hoogbegaafdheid bekeken vanuit het onderzoek over leren en instructie, Caleidoscoop, jg. 24, nr 1. GARDNER, Howard (2008), Soorten intelligentie, meervoudige intelligenties voor de 21ste eeuw, Nieuwezijds B.V. MÖNKS, Franz en YPENBURG, Irène (1993), Hoogbegaafde kinderen thuis en op school, Assen, Dekker en van de Vegt, en herdruk Samson, H.D. Tjeen Willink, 1995, ISBN 90 6092 861 Websites www.hoogbloeier.be www.eurekaonderwijs.be www.bekina.org www.hoogbegaafdvlaanderen.be www.letop.be