Vak/Gamma Kies een vak Administratieve uitgaven Frans Frans - Taalinitiatie Godsdienst Muzische vorming Schrift Techniek Verkeer Wereldoriëntatie Wiskunde Methodes / ReeksenDagboekenProducten en prijzenDagboek directieDagboek administratief medewerkerDagboek zorgcoördinatorAgenda'sSchoolagenda 1e leerjaar bingel Contacteer uw educatief adviseur Klantenservice Home Lager onderwijs Administratieve uitgaven Dagboeken Dagboektips Dagboek voor de zorgcoördinator Tips maart Dagboektips Delen 5.5.3-1 Autisme en autismespectrumstoornis (ASS) Een autismespectrumstoornis wordt beschouwd als een ontwikkelingsstoornis met een neurobiologische oorzaak. De hersenen van personen met AUTISME functioneren daardoor anders. Bij autisme wordt vaak gesproken over iemand die past binnen het ‘spectrum van autisme’. Hiermee wordt bedoeld dat elk individu, elk kind met autisme uniek is. Er bestaan dus geen twee personen met deze stoornis die precies hetzelfde ziektebeeld hebben. Wel hebben zij een aantal overlappende gedragskenmerken, die binnen de waaier vallen van wat we autisme noemen. Wanneer iemand binnen het spectrum valt van autistische stoornissen zijn er bijzonderheden in het gedrag op drie gebieden: communicatie:Taal wordt door kinderen met ASS vaak letterlijk begrepen. Gelaatsuitdrukkingen, lichaamstaal en sociale aanwijzingen werken vaak niet. Ook het denken in abstracte begrippen is voor hen vaak niet eenvoudig. socialisatie:Kinderen met autisme hebben moeite in de omgang met anderen omdat sociale regels heel wisselend én onzichtbaar zijn. Bovendien is zowel het inzicht in wat anderen voelen en denken als het doorzien van sociale situaties zeer beperkt. Daardoor krijgen ze heel wat labels mee: koppig, gedragsgestoord, onbeleefd, excentriek, bizar, egoïstisch, vreemd, ... een beperkt gedrags- en interessepatroon:Vaak hebben kinderen met ASS slechts oog voor enkele objecten, onderwerpen of activiteiten (bijvoorbeeld draaiende wieltjes, treinen of het openen en sluiten van deuren). Ze kunnen zich moeilijk aanpassen aan nieuwe situaties en hebben moeite met veranderingen. Kinderen met autisme nemen de wereld op een andere manier waar en richten zich vaak op (onbelangrijke) details, en zien het geheel niet, waardoor ze ook tot een andere betekenisverlening komen. Binnen de autismespectrumstoornissen worden 5 aparte stoornissen beschreven: autisme, stoornis (syndroom) van Asperger, syndroom van Rett, desintegratiestoornis en PDD-NOS. Deze vijf stoornissen vormen met elkaar het autismespectrum. Syndroom van Asperger Deze leerlingen zijn goed tot hoog begaafd, maar hebben beperkte sociale vaardigheden. Zij kunnen op sociaal vlak weinig flexibel zijn en hebben moeite om zich aan groepsregels en normen aan te passen. Deze stoornis wordt ook omschreven als een vorm van autisme. Stoornis van Rett De stoornis van Rett komt vrijwel uitsluitend bij meisjes voor. Hierbij ziet men een normale ontwikkeling tot ongeveer 6 tot 18 maanden. Daarna verliezen deze kinderen de verworven taal- en handfuncties en treden karakteristieke handbewegingen op (o.a. wringen of wassen) in combinatie met sociale en communicatieve stoornissen. Deze stoornis is vrij zeldzaam. Desintegratieve stoornis Kinderen met een desintegratieve stoornis laten een periode van normale ontwikkeling zien tot ten minste twee jaar. Daarna verliezen ze een groot deel van hun vaardigheden en ontstaan problemen die vergelijkbaar zijn met die van autistische kinderen. Ook deze stoornis is vrij zeldzaam. Kinderen met PDD-NOS Kinderen met PDD-NOS hebben ernstige tekorten in de sociale interactie en communicatie. Daarnaast hebben zij tekortkomingen in de communicatieve vaardigheden en vertonen zij stereotype gedragingen. Ze hebben een beperkt gebied van interesses en activiteiten. Ze vertonen dus alle kenmerken van autisme, alleen in een wat lichtere gradatie dan bij kernautisme. Meer informatie Websites www.autismecentraal.com www.centrumautisme.nl www.autismevlaanderen.be www.landelijknetwerkautisme.nl www.autsider.net www.pass-partout.be www.letop.be