Vak/Gamma Kies een vak Administratieve uitgaven Frans Frans - Taalinitiatie Godsdienst Muzische vorming Schrift Techniek Verkeer Wereldoriëntatie Wiskunde Methodes / ReeksenDagboekenProducten en prijzenDagboek directieDagboek administratief medewerkerDagboek zorgcoördinatorAgenda'sSchoolagenda 1e leerjaar bingel Contacteer uw educatief adviseur Klantenservice Home Lager onderwijs Administratieve uitgaven Dagboeken Dagboektips Dagboek voor de zorgcoördinator Dagboektips Dagboektips Delen 5.3.3 Analyse van de beginsituatie Een juiste inschatting van de beginsituatie van de school en de eventuele knelpunten vormt een essentieel vertrekpunt voor het ontwikkelen van een goed schoolbeleid. Toch is het niet altijd evident voldoende afstand te nemen van de eigen werking en zo eventuele problemen op het spoor te komen. Een goede analyse van de beginsituatie vergt in elk geval een goed zicht op de eigen leerlingenpopulatie. Daarnaast is er ook nood aan een accuraat beeld van het leerkrachtenteam en de schoolorganisatie zelf. Beginsituatie is het geheel van persoonlijke, sociale en situationele gegevens in verband met de te realiseren doelstellingen van invloed op het verloop en de resultaten van onderwijsleerprocessen. Op schoolniveau is het belangrijk om (vooraf) duidelijke afspraken te maken over het registreren, inventariseren en bewaren van de gegevens over de beginsituatie van de schoolorganisatie, het lerarenniveau, de leerlingenpopulatie. Wie registreert en inventariseert? Voor welke vorm van kindvolgsysteem kiest de school (voor de kleuterafdeling, voor de lagere school)? Wat wordt waar bewaard? Wie heeft (onder welke voorwaarden) inzagerecht? Analyse van de beginsituatie op het vlak van de schoolorganisatie Suggesties om zich als team te bezinnen over de ‘Zorgaanpak’ op school of om de beginsituatie van de school op het vlak van het zorgbeleid in kaart te brengen: a) Visie of ‘Hoe denken wij over...?’ Weten wij eigenlijk hoe onze leerlingen zichzelf zien? Hoe zij hun mogelijkheden op school zelf inschatten? Hoe denken wij als leerkrachten over ‘een probleem’ met een leerling? Hoe schatten leerkrachten hun mogelijkheden in om met ‘problemen’ om te gaan? Hoe reageren leerkrachten op verwachtingen van buiten uit om ‘problemen op te lossen’ op school? Wat is onze visie als team over onze zorg voor àlle kinderen? Maken wij die visie ook bekend aan anderen? b) Activiteiten of ‘Hoe is onze aanpak ten aanzien van...?’ Hoe is onze aanpak ten aanzien van kinderen die niet willen of niet kunnen ingaan op ons aanbod, die afhaken? Hoe flexibel zijn wij als leerkracht ten aanzien van verschillen in de klas? Hoe organiseren we de dag? Inhoud van ons aanbod? Klasmanagement? Preventieve versus remediërende interventies? Wat zie je terug van de schoolfilosofie rond zorgaspecten in de organisatie van onze school, in de procedure die we hanteren om nieuwe leerlingen op te vangen, om crisissituaties aan te pakken, om risicogedrag te signaleren, ...? c) Organisatie of ‘Hoe organiseren we op onze school in verband met ...?’ Hoe flexibel is onze organisatie van de leergroepen, van het curriculum en van de activiteiten om optimaal tegemoet te komen aan het traject van elke leerling? Op welke wijze krijgen leerkrachten kansen om ‘te leren omgaan met verschillen’? Is er mogelijkheid tot intervisie, supervisie of coaching? Wat zie je terug van de schoolfilosofie omtrent ‘omgaan met verschillen’ in de opdrachten van het personeel? Hoe worden de taakleraar, de GOK-leerkracht, de ambulante leerkracht differentiatie, de zorgcoördinator, .... ingezet? Analyse van de beginsituatie op het vlak van de leraren Een zorgzame school houdt ook rekening met de beginsituatie van alle betrokken partners. De leraren − groepsleraren en andere teamleden − mogen hierbij niet worden vergeten. Naast gegevens over de pedagogisch-didactische competenties (opleiding, visie, professionalisering, gevolgde nascholingen, ...) hebben ook persoonlijke, sociale en situationele aspecten een invloed op communicatie en professionele (zorgbrede) begeleidingsinterventies. Gegevens over de beginsituatie van teamleden kan je halen uit onder meer: persoonlijke gesprekken met individuele leraren; het teamoverleg; het multidisciplinair overleg; vragenlijsten; klasbezoeken; de zelfevaluatie van leraren; ... Voor het schoolbeleid is het belangrijk om vanuit deze informatie ook in te gaan op de zorgvragen van leraren: Welke teamleden hebben nood aan persoonlijke ondersteuning? Welke nascholing moet prioritair in het nascholingsplan worden opgenomen? Is er op schoolniveau nood aan coaching van teamleden, intervisie, ...? Voor welke werkvormen is er nood aan nascholing, intervisie, ondersteuning, ...? Is er nood aan specifieke of bijkomende materialen? ... Andere suggesties om teamleden te coachen vanuit een zorgteam of op initiatief van het schoolbeleid: begeleiden van veranderingsprocessen; versterken van het schoolpedagogisch handelen; uitwerken van curriculumdifferentiatie op maat van een leerling of leerlingengroep als uitgangspunt voor remediëring en preventie; opstellen van globale en individuele handelingsplannen; uitbouwen van een kindvolgsysteem of curriculumdifferentiatie op maat van de school als uitgangspunt voor remediëring en preventie; coachen en begeleiden van beginnende leerkrachten; gericht samenwerken tussen gewoon en buitengewoon basisonderwijs. Analyse van de beginsituatie op het vlak van de schoolpopulatie / de kinderen Wanneer we aannemen dat kinderen mogen verschillen, aanvaarden we ook dat zowel het leertraject als het begin- en eindpunt mogen verschillen. Niet alle kinderen moeten op hetzelfde ogenblik en op dezelfde leeftijd hetzelfde kunnen. De beginsituatie van de schoolpopulatie / de kinderen in kaart brengen is dan ook fundamenteel wil de school een efficiënt zorgbeleid voeren. Niet alle leerlingen moeten op het einde van het schooljaar op dezelfde wijze geëvalueerd worden. Dit veronderstelt flexibele groeperingen van leerlingen én leerkrachten. In elke school zijn er kinderen die extra aandacht vragen, om welke reden dan ook. Deze kinderen stellen heel uitdrukkelijk de school voor de uitdaging om te differentiëren, dit wil zeggen het aanbod van de school aan te passen aan de noden en mogelijkheden van de kinderen en niet omgekeerd. Mogelijkheden om gegevens over de beginsituatie van de leerlingen in kaart te brengen: het leerlingendossier met onder meer informatie over de thuissituatie, het leertraject, ...; observaties; gesprekken met de kinderen, met de ouders; schriftelijke vragenlijsten; resultaten van tests en toetsen; leerresultaten; ... Inventariseer vooral de gegevens die van belang zijn in functie van het schoolse zorgtraject maar houdt er ook rekening mee dat occasionele (toevallige) vaststellingen soms waardevolle indicaties kunnen geven bij het analyseren en diagnosticeren van sommige situaties. Participanten die bij de gegevensverzameling betrokken kunnen worden: het kind zelf; de ouders; de groepsleraar (huidige en vorige); andere teamleden van de school (leraar bewegingsopvoeding, andere leermeesters, ...); andere teamleden die betrokken zijn bij begeleidingsinterventies (GON, ambulante leraar, ...); directie en teamleden van de vorige school; de medewerker van het CLB (maar deze is soms gebonden aan zijn beroepsgeheim ...); ... Een goede beginsituatieanalyse van de schoolpopulatie / kinderen moet erop gericht zijn alle informatie over leerlingen zo te ordenen dat: alle leerlingen maximale ontwikkelingskansen krijgen; specifieke zorgvragen tijdig worden onderkend; functionele begeleidingsinterventies zowel klasintern als –extern gepland kunnen worden; alle vormen van begeleiding en hulp worden bewaakt en op elkaar kunnen afgestemd worden; de gegevensoverdracht tussen de leerkrachten vanzelfsprekend is; een goede communicatie wordt gewaarborgd naar leerlingen en ouders toe; de taken van alle leden uit het zorgteam duidelijk afgebakend zijn (van leerkracht tot en met het CLB).