5.4.2 Een leidraad voor de evaluatie

Welke aspecten van het zorgbeleid kunnen we als team evalueren? (Zie ook ‘5.2 Een efficiënt zorgbeleid in de school’ en ‘5.3. Het belang van een transparante zorgstructuur’)

Indicator 1: de visie op zorgbeleid uittekenen en implementeren.
Indicator 2: de analyse van de beginsituatie
  • op het vlak van de school en de schoolorganisatie,
  • op het vlak van de leraren,
  • op het vlak van de schoolpopulatie en de leerlingen.
Indicator 3: doelstellingen selecteren en vastleggen in een prioriteitenplan.
Indicator 4: acties uitvoeren om de doelstellingen na te streven en te realiseren (= de fase van uitvoeren of van ‘planmatig handelen’)
Indicator 5: de effecten van de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen.
Indicator 6: de fase van evalueren.

Evaluatie van de (school-)visie op zorgbeleid

Volgende aspecten van de zorgwerking kunnen geëvalueerd worden:

  • De school beschikt over een uitgewerkte visie op zorg.
  • Deze zorgvisie is geconcretiseerd in een zorgbeleidsplan (een deel van het schoolwerkplan).
  • Het zorgbeleidsplan is richtinggevend voor de klas- en schoolwerking.
  • Het schoolbeleidsplan bevat een oplijsting van haalbare doelstellingen waaraan de school wil werken.
  • De teamleden (en alle andere betrokkenen) zijn op de hoogte van de schoolvisie op zorg.
  • De teamleden (en alle andere betrokkenen) worden betrokken bij de uitwerking van de schoolvisie op zorgbeleid.
  • De schoolvisie op het zorgbeleid wordt gedragen door alle teamleden.
  • De teamleden krijgen bij het uitwerken en implementeren van de schoolvisie voldoende organisatorische en structurele ondersteuning.

Evaluatie van de beginsituatieanalyse

Volgende aspecten van de zorgwerking kunnen geëvalueerd worden:
  • De beginsituatieanalyse vormt het uitgangspunt van de schoolvisie op het zorgbeleid.
  • Deze beginsituatiebepaling is vrij volledig op school-, leraren- en leerlingniveau uitgewerkt.
    Het leerlingdossier (kind- of leerlingvolgsysteem) geeft een duidelijk (genuanceerd) beeld van de beginsituatie van de leerling.
    De beginsituatieanalyse heeft ervoor gezorgd dat meer kinderen onderwijs op maat krijgen.
  • De teamleden (en alle andere betrokkenen) zijn op de hoogte van deze beginsituatieanalyse.
  • De teamleden (en alle andere betrokkenen) worden betrokken bij de uitwerking van de beginsituatieanalyse.
  • De beginsituatieanalyse wordt gedragen door alle teamleden.
  • De teamleden krijgen bij de beginsituatieanalyse voldoende organisatorische en structurele ondersteuning.
  • Opties voor schoolgerichte nascholing en professionalisering zijn geënt op de beginsituatieanalyse.

Evaluatie van de geselecteerde doelen

Volgende aspecten van de zorgwerking kunnen geëvalueerd worden:
  • De teamleden (en alle andere participanten) worden in voldoende mate betrokken bij de DOELENSELECTIE.
  • Het schoolteam heeft op basis van de beginsituatiebepaling concrete doelen geformuleerd.
    Er is een aanwijsbaar verband tussen de beginsituatiebepaling en de gekozen doelstellingen.
    De geselecteerde doelen zijn op leerling-, leraar- en op schoolniveau uitgewerkt.
    De gekozen doelstellingen zijn voldoende relevant.
    De doelstellingen zijn SMART GEFORMULEERD (SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden).
    In het beleidsplan staat duidelijk omschreven hoe de school de doelstellingen wil realiseren, wie, hoe, waar en wanneer verantwoordelijk is voor acties, hoe de uitvoering geëvalueerd zal worden.
  • De teamleden (en alle andere participanten) zijn op de hoogte van de gekozen doelstellingen.
  • De doelenselectie wordt gedragen door alle teamleden.
  • De teamleden krijgen bij de doelenselectie voldoende organisatorische en structurele ondersteuning.
  • Voor de doelenselectie worden doelgerichte procedures gebruikt (vragenlijsten, observaties, screeningsformulieren).
  • Opties voor schoolgerichte nascholing en professionalisering zijn geënt op de doelenselectie.

Evaluatie van de acties

Volgende aspecten van de zorgwerking kunnen geëvalueerd worden:
  • Er is een duidelijk verband tussen de acties inzake zorgbeleid (prioriteitenplan), de geselecteerde doelstellingen en de schoolvisie.
  • De reguliere lestijden, de bijkomende zorguren en zorg-punten worden maximaal (en geïntegreerd) aangewend om de schoolvisie en de geselecteerde doelstellingen voor het zorgbeleid te kunnen realiseren.
  • De reguliere lestijden, de bijkomende zorguren en zorg-punten worden maximaal aangewend om de doelstellingen te realiseren op leerling-, leraar- en schoolniveau (en eventueel op het niveau van de scholengemeenschap).
  • De ondersteuning vanuit de reguliere lestijden, de bijkomende zorguren en zorg-punten is afgestemd op de specifieke noden van de school (en de leerlingenpopulatie).
  • Het zorgbeleid is de rode draad doorheen de totale schoolwerking.
  • Samen met het zorgteam en bij het multidisciplinair overleg (MDO) voelen de leraren zich daadwerkelijk gesteund om samen te zoeken naar oplossingen voor de problemen van een kind of groepen van leerlingen.
  • De interne en de externe ondersteuning inzake het zorgbeleid, wordt maximaal afgestemd op de specifieke noden op school-, leraren- en leerlingenniveau.
    Voor de acties op leerlingenniveau is de groepsleraar de eerstverantwoordelijke.
  • De acties inzake het zorgbeleid (prioriteitenplan) worden gedragen door alle teamleden (alle participanten).
    Bij het uitwerken van de acties is rekening gehouden met de visie van de betrokken teamleden.
    In de uitgewerkte acties is voldoende samenhang en continuïteit.
  • In de uitgevoerde acties inzake zorgbeleid hanteren de teamleden systematisch de stappen signaleren en registreren, analyseren en diagnosticeren, oplossingen (handelingen) voorbereiden en uitvoeren, evalueren.
  • De vastgestelde problemen worden bij de analyse van de vaststellingen gedefinieerd binnen duidelijke clusters (emotionele ontwikkeling, gedragsproblemen, leerontwikkeling, werkhouding, cognitieve ontwikkeling, lichamelijke ontwikkeling).
    Bij de analyse van vaststellingen hebben de teamleden aandacht voor alle aspecten van de persoonlijkheid (cognitieve, sociaal-emotionele, psychomotorische).
    Bij de analyse van vaststellingen hebben de teamleden ook aandacht voor de positieve kenmerken van de betrokken leerling.
    Bij de analyse en diagnose van leerachterstand of leerproblemen, steunen de leraren op diagnostische toetsen, tests, medisch onderzoek, observaties en gesprekken met het kind, de ouders en andere betrokkenen.
    Bij de analyse en diagnose van leerachterstand of leerproblemen worden alle elementen die het gedrag van kinderen beïnvloeden mee in overweging genomen (gedragskenmerken, de kenmerken van de leerling, de kenmerken van de onderwijsgevende, de kenmerken van de sociale en materiële omgeving en de kenmerken van de taak ).
  • Voor het organiseren van diagnostische tests en toetsen is er in het team een duidelijke timing.
  • Voor het organiseren van diagnostische tests en toetsen is er in het team een duidelijke taakverdeling.
  • De teamleden krijgen bij het uitwerken van het prioriteitenplan (acties inzake zorgbeleid) voldoende organisatorische en structurele ondersteuning.
  • Opties voor schoolgerichte nascholing en professionalisering zijn geënt op het prioriteitenplan.
  • Het schoolteam informeert zich over de mogelijkheden van preventie, differentiatie en remediëring. 

Evaluatie van de effecten

Bij het formuleren van doelstellingen is het belangrijk aandacht te hebben voor gewenste resultaten (effecten) op niveau van leerlingen, leerkrachten en de school.

Effecten zijn echter méér dan cijfers.

  • Als een leraar zijn pedagogisch-didactische aanpak heeft aangepast en daardoor meer interactief werkt of meer aandacht heeft voor bepaalde deelaspecten van het leerplan, is dat ook een effect.
  • Leerlingen die zich beter voelen en op een enquête aangeven dat ze liever naar school gaan, is ook een effect.
Veranderingen in onderwijs hebben vaak tijd nodig.
  • Daarom is het belangrijk effecten op korte en op lange termijn in kaart te brengen. De effecten van een actie die een schooljaar loopt, kunnen beperkt zijn bij deze evaluatie, maar bij de volgende al veel duidelijker.
  • Daarom is het ook belangrijk om voort te bouwen in het zorgbeleid en vroegere evaluaties en analyses mee te nemen.
Volgende aspecten van de zorgwerking kunnen geëvalueerd worden:
  • Er is een duidelijk verband tussen de doelstellingen en de vooropgestelde acties en bijbehorende effecten.
  • Er is een duidelijk verband tussen de doelstellingen op de verschillende niveaus en de geplande acties (prioriteitenplan) en effecten.
    Er is een duidelijk verband tussen de acties op de verschillende niveaus (school, leraren, leerlingen).
  • De acties worden uitgevoerd zoals voorzien in het prioriteitenplan.
    De effecten (effectvolle acties) hebben een blijvend en structureel karakter en zijn voldoende integraal.
    De acties leiden ertoe dat meer kinderen maximale ontwikkelingskansen krijgen, beter de ontwikkelingsdoelen en eindtermen nastreven en realiseren.
    De acties hebben ertoe geleid dat kinderen die bij vorige evaluaties zwak scoorden, nu de vooropgestelde norm(en) behalen.
  • Iedereen die bij de uitvoering moest betrokken zijn, heeft geparticipeerd.
  • Het is voor iedereen duidelijk wat moest gebeuren.
  • Het effect toont aan dat de actie goed gekozen was om de vooropgestelde doelstelling te bereiken.
    De effecten van de actie zijn duidelijk meetbaar / aantoonbaar.
  • De evaluatie van de effecten wordt gedragen door alle teamleden.
  • De teamleden krijgen voor het vaststellen van de effecten voldoende organisatorische en structurele ondersteuning. 

Evaluatie van het evaluatieproces

Volgende aspecten van het evaluatieproces kunnen geëvalueerd worden:

  • De school heeft systematisch en op volledige wijze gegevens verzameld met betrekking tot de schoolvisie op zorgbeleid, de gekozen doelstellingen, de bijbehorende acties (prioriteitenplan), de effecten.
  • De verzamelde gegevens zijn grondig geanalyseerd en verwerkt tot duidelijke conclusies.
  • Het team heeft voorstellen tot verbetering/bijsturing geformuleerd.
  • Het evaluatieproces draagt bij om de zorgwerking te bestendigen en/of te verbeteren. In de conclusies is duidelijk afgesproken wat er nu bevestigd of bijgestuurd moet worden op het vlak van de visie op zorgbeleid; de analyse van de beginsituatie (de school, de schoolorganisatie, de leraren, de schoolpopulatie en de leerlingen); het prioriteitenplan; de effecten; de evaluatie.
  • Het evaluatieproces wordt gedragen door alle teamleden.
  • De teamleden krijgen bij de evaluatie voldoende organisatorische en structurele ondersteuning.
  • Voor de evaluatie worden doelgerichte procedures gebruikt (vragenlijsten, screeningsformulieren).