Vak/Gamma Kies een vak Administratieve uitgaven Frans Frans - Taalinitiatie Godsdienst Muzische vorming Schrift Techniek Verkeer Wereldoriëntatie Wiskunde Methodes / ReeksenDagboekenProducten en prijzenDagboek directieDagboek administratief medewerkerDagboek zorgcoördinatorAgenda'sSchoolagenda 1e leerjaar bingel Contacteer uw educatief adviseur Klantenservice Home Lager onderwijs Administratieve uitgaven Dagboeken Dagboektips Dagboek voor de zorgcoördinator Dagboektips Dagboektips Delen 5.6.1-2 Pesten op school We spreken van PESTEN wanneer iemand langdurig en aanhoudend het slachtoffer is van gewelddadig gedrag van één of meer personen (fysiek, psychisch, sociaal, materieel). Het verschil tussen pesten en geweld is niet altijd even duidelijk. Er is een duidelijke overlap tussen beide. Pesten is een vorm van geweld. Pesten onderscheidt zich van PLAGEN. Het verschil is dat plagen spontaan gebeurt, niet lang duurt en onregelmatig is. Concrete voorbeelden van pestgedrag zijn: het negeren of uitsluiten van een medeleerling, roddelen over een andere leerling op school, iemand belachelijk maken in de klas, een duw geven of andere vormen van geweld op de speelplaats , ... CYBERPESTEN is een variante van pestgedrag. We spreken hiervan wanneer pesters gebruik maken van de nieuwe media, zoals gsm en internetcommunicatie, om hun slachtoffer te schaden. De publicatie ‘Pesten en geweld op school: handreiking voor een daadkrachtig schoolbeleid (hoofdstuk 4 van deel 2) bevat drie vragenlijsten die toelaten om na te gaan in hoeverre leerlingen, leerkrachten en ouders te maken krijgen met de problematiek van pesten en geweld op school. Het probleem van pesten wordt best zo vroeg mogelijk aangepakt. Kinderen dienen al op jonge leeftijd bewust gemaakt van welk gedrag aanvaardbaar is en welk niet. Pestgedrag voorkomen kan door het welbevinden en de sociale vaardigheden van kinderen te bevorderen. Kinderen die zich goed voelen en die weten hoe ze kunnen omgaan met minder leuke ervaringen en gevoelens staan sterker in hun schoenen. Zij zullen gemakkelijker hulp zoeken bij mogelijke problemen. Een duurzame verankering van een PESTACTIEPLAN in de zorgstructuur of in het leerlingenzorgbeleid is een opdracht voor elke school. Korte, eenmalige inspanningen om pestgedrag aan te pakken, leiden immers tot niets, tenzij tot nog meer frustratie. Sommige scholen gaan met zo’n actieplan pas van start nadat zich een ernstig pestprobleem heeft voorgedaan. In andere scholen zijn het de ouders die de kat de bel hebben aangebonden. Het gebeurt ook dat leerlingen te kennen geven dat dit probleem voor hen prioriteit moet krijgen. Voor de uitvoering van een pestactieplan (ANTIPESTPLAN) zijn en blijven de leraren/opvoeders (de zorgcoördinator) de spilfiguren. Zij dragen immers de pedagogische verantwoordelijkheid. Iedereen rekent op hen om preventieve en pro¬bleem¬oplossende stappen te ondernemen. Schoolactieplannen, maar evengoed de incidentgerichte tussenkomsten, kunnen maar succesvol zijn wanneer ouders en teamleden bereid zijn om tussenbeide te komen. De inzet van alle betrokkenen is nodig om de zorg voor deze problematiek niet te laten verslappen.