5.4.3 Het zorgtraject optimaliseren vanuit de evaluatie

Het is duidelijk dat een grondige evaluatie van het zorgbeleid aanleiding geeft tot vele vragen en (nieuwe) verwachtingen. Vanzelfsprekend zijn deze vragen en verwachtingen de aanzet om een nieuw prioriteitenplan op te stellen of om bestaande actieplannen bij te sturen.

Enkele concrete voorbeelden

Een efficiënt zorgbeleid veronderstelt geregeld structureel overleg. Structureel, formeel overleg is pas zinvol als het een schriftelijke neerslag krijgt:
  • van het multidisciplinair overleg (MDO) is dat in de meest uitgebreide vorm een handelingsplan;
  • van groeps- of teamoverleg is dat een gedetailleerd overzicht van alle gemaakte afspraken en de personen die ervoor verantwoordelijk zijn (Wie doet wat en wanneer?).

Zorg er daarom voor dat de werk- of overleggroepen vooraf duidelijke doelstellingen hebben. Koppel hieraan een bepaald tijdpad en mogelijke doelstellingen en acties om het overleg in goede banen te leiden. Spreek vooraf de mate van sturing af. Dit voorkomt latere discussies over te ver doorgedreven initiatieven.
Bespreek met de teamleden hoe de overlegmomenten mogelijk nog geoptimaliseerd kunnen worden.

Klasdoorbrekend werken vraagt een goed overleg tussen de betrokken leerkrachten. Curriculumdifferentiatie vraagt het akkoord en de actieve medewerking van het hele schoolteam. In beide gevallen is een individuele leerlijn nodig, die strikt opgevolgd wordt door alle betrokken leerkrachten.
Bespreek met de teamleden hoe deze vorm van differentiëren mogelijk nog geoptimaliseerd kan worden.

Een zorgzame school vraagt voortdurende bijscholing en professionalisering van al haar leerkrachten. Veranderingen die met het leerproces in het algemeen en het curriculum in het bijzonder te maken hebben, vragen tijd en eensgezindheid in het schoolteam. Hiervoor vormt het vormingsplan/nascholingsplan de algemene leidraad.
Bespreek met de teamleden of het vormingsplan/nascholingsplan eventueel moet aangepast worden.

Enkele opmerkingen die wel in overweging genomen kunnen worden:
  • Vragen of opmerkingen die leven bij één of slechts enkele leraren kunnen door schoolinterne coachingsgesprekken of vormen van intervisie aangepakt worden. Voor andere problemen kunnen externen worden ingeschakeld zoals het CLB of gerichte nascholing/professionalisering.
  • Vragen naar materialen voor begeleiding van kinderen met specifieke zorgvragen kunnen aanleiding zijn om de uitbouw van een mediatheek of orthotheek op school onder de loupe te nemen of om het efficiënt gebruik van beschikbare materialen en methoden te verbeteren.
  • Vragen naar ondersteuning bij complexe zorgen van sommige kinderen, zijn dikwijls een goed aanknopingspunt om vormen van intervisie of van collegiale ondersteuning in de school te introduceren of te veralgemenen.
  • Ook bij het eigen evaluatieproces is het nodig om de positieve en ondersteunende kenmerken te registreren. Het kan helpen om ze te ordenen volgens de impact die ze hebben op het zorgproces. Ook deze positieve elementen (zoals voor de zorgvraag op leerlingniveau) kunnen een aanknopingspunt zijn om een verbetertraject op gang te brengen.

Bij de evaluatie van het zorgbeleid mogen ook de leerlingen zelf niet vergeten worden. Kinderen kunnen op hun eigen manier heel goed verwoorden wat ze nodig hebben.
Bespreek met de teamleden hoe het organiseren van dergelijke gesprekken aangepakt kan worden.

Mogelijk vormen de volgende hulpzinnetjes de aanzet om een ‘kindgesprek’ te structureren:
  • Hoe wil jij dat ik deze oefeningen (deze leerstof) uitleg?
  • Welke soort opdrachten begrijp jij beter?
  • Door welke soort activiteiten leer jij het meeste bij?
  • Welke uitleg heb je nodig als je fouten maakt?
  • Wat wil jij dat jouw ouders voor je doen?
  • Wat kunnen de klasgenootjes doen om jou te helpen?
  • Wat is voor jou de ideale leerkracht?
Vaak ligt in het antwoord op die vragen een haarscherpe analyse van het probleem besloten. Maar mogelijk leidt dit gesprek ook tot eenvoudige afspraken op het vlak van de klasorganisatie of van de interactie leraar – leerling.