Vak/Gamma Kies een vak Administratieve uitgaven Frans Frans - Taalinitiatie Godsdienst Muzische vorming Schrift Techniek Verkeer Wereldoriëntatie Wiskunde Methodes / ReeksenDagboekenProducten en prijzenDagboek directieDagboek administratief medewerkerDagboek zorgcoördinatorAgenda'sSchoolagenda 1e leerjaar bingel Contacteer uw educatief adviseur Klantenservice Home Lager onderwijs Administratieve uitgaven Dagboeken Dagboektips Dagboektips Dagboektips Dagboektips Delen (5.3.8-6 tijdelijke opslagplaats) een intakegesprek een intakegesprek voor de inschrijving van een kind met een attest BuO in een gewone basisschool een gesprek met de ouders over het rapport of over toets- of leerresultaten een klassenraad over leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften een slechtnieuwsgesprek met de ouders Voorbeeld 1 Intakegesprek Doel Situering Een intakegesprek is een gesprek over het kind dat school en ouders na de aanmelding of bij een eerste inschrijving in de school hebben. Het doel ervan is elkaar te informeren, elk vanuit de eigen situatie (school / thuis). Specifieke situaties: de inschrijving van een anderstalige nieuwkomer; de inschrijving van een leerling na een schoolverandering; de inschrijving van een kind bij een schoolverandering omwille van een conflictsituatie (in de vroegere school of in het gezin); de inschrijving van een kind na een periode van huisonderwijs. Met een intake waarin de ouders nadrukkelijk worden aangesproken als partners in de be-geleiding en opvoeding van hun kind zet de school in een vroegtijdig stadium de toon voor de wijze waarop zij in het vervolg van de schoolloopbaan van het kind met de ouders wil omgaan. Participanten de ouder(s) de directeur of een ander teamlid In de vermelde specifieke situaties is het zinvol de groeps- of klasleraar bij het gesprek te betrekken. Voorbereiding Sommige scholen vragen aan de ouders om als voorbereiding op een intakegesprek een vragenlijst in te vullen (met bespreekpunten, vragen). Dat vergemakkelijkt het inhoudelijk verloop van het gesprek maar kan voor sommige ouders (in de concrete gezinssituatie) ook bedreigend overkomen. De directeur (of het betrokken teamlid) zorgt dat de voorziene informatie voor de ouders beschikbaar is (zie 3.9 ‘Informatie voor de ouders bij de eerste inschrijving van hun kind’). Verloop Organisatie Vragen ter inspiratie Info van de ouder(s) naar de directeur / leraar De school hoort van de ouders: hoe zij hun eigen kind zien, wat hun verwachtingen zijn over zijn verdere ontwikkeling; hoe zij aankijken tegen de rol van de school; hoe belangrijk ze een goed samenspel tussen school en thuis vinden. De ouders kunnen informatie geven over het karakter van het kind, zijn kenmerken: ze weten hoe het kind reageert op andere kinderen; hoe vlug of hoe langzaam zijn ontwikkeling tot nu toe is verlopen. Ook ervaringen van het kinderdagverblijf, van de kleuterschool of (bij een schoolverandering) van de vorige school, kunnen worden ingebracht. Ouders beschikken over veel (ervarings-)kennis met betrekking tot hun eigen kind. Daarnaast kunnen ouders de school vertellen waarom zij juist voor deze school hebben gekozen en wat hun verwachtingen zijn. Zij kunnen in de vermelde ‘specifieke situaties’ de school hierover meer informatie geven. Info van de leraar / directeur naar de ouder(s) De school kan op dat moment vertellen: hoe het pedagogisch klimaat eruit ziet; wat de school belangrijk vindt; hoe onderwijs wordt gegeven en wat zij kunnen doen als onverhoopt het leren van een kind haperingen ondervindt. De school kan de ouders ook vertellen of en hoe zij hun kind thuis kunnen ondersteunen en wat de verwachtingen daarbij zijn. De directeur / leraar van de school beschikt over veel achtergrondinformatie en ervaringskennis over de ontwikkeling van kinderen in het algemeen. Hij maakt duidelijk: welke mogelijkheden er op groepsniveau zijn voor extra ondersteuning (klasintern, klasextern); hoe leraren leer- en ontwikkelingsproblemen vaststellen en signaleren; hoe zij op groepsniveau individualiseren en differentiëren; hoe hulp van externen (leden van het zorgteam) wordt ingezet. De directeur / leraar informeert de ouders: over de verdere informatiedoorstroming (website, schoolgids, schriftelijke mededelingen, agenda, …); over de schoolorganisatie wat betreft extramurosactiviteiten (en de daarbij samenhangende kosten); over de basisuitrusting (onder meer voor bewegingsopvoeding); over de betrokkenheid van de ouders bij de schoolorganisatie in het algemeen (hand-en-spandiensten, overlegorganen, …). … Opvolging De directeur / leraar maakt met de ouders afspraken over: welke leraren welke informatie uit het gesprek krijgen en wat in het leerlingendossier wordt opgeslagen (zeker voor wat betreft de vermelde specifieke situaties); wanneer de ouders opnieuw worden uitgenodigd voor vervolggesprekken of rapportbesprekingen. Voorbeeld 2 Intakegesprek over de inschrijving van een kind met een attest BuO in een gewone ba-sisschool Doel Situering Een intakegesprek is een gesprek over het kind dat school en ouders na de aanmelding of bij een eerste inschrijving in de school hebben. Het doel ervan is elkaar te informeren, elk vanuit de eigen situatie (school / thuis). Specifieke situatie: de ouders vragen voor hun kind met een verslag buitengewoon onderwijs een inschrijving in het gewoon onderwijs. Zie ook 1.5.8 ‘Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedure voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften’ en 1.4.2 − 3 ’Toelatingsvoorwaarden in het gewoon basisonderwijs voor leerlingen met een verslag BuO vanaf het schooljaar 2015-2016’. Participanten de directeur, eventueel samen met de zorgcoördinator, de groepsleraar de ouders eventueel de CLB-begeleider Voorbereiding Voor de directeur, de zorgcoördinator en de groepsleraar is het zinvol om vooraf meer informatie in te winnen bij de CLB-begeleider over: de gestelde diagnose; welke bijkomende ondersteuning nodig zal zijn om de leerling mee te nemen binnen de fasen van het zorgcontinuüm. Deze voorinformatie is zinvol om het vooropgestelde diagnostisch traject van de leerling (op basis van het attest) als een onderdeel van een groter geheel te zien en om de diagnostische besluitvorming en de schoolinterne zorg op elkaar af te stemmen. Verloop Organisatie Vragen ter inspiratie Info van de ouder(s) naar de directeur / leraar De ouders krijgen de kans om de problematiek van hun kind te duiden en de school te wijzen op elementen waar zij eventueel rekening mee kan houden. Zo kan indien nodig tijdens het gesprek dieper ingegaan worden op specifieke gegevens met betrekking tot het verloop van de schoolloopbaan, eventuele gedrags- en/of leermoeilijkheden, gezondheidsproblemen, noodzakelijke organisatorische aanpassingen, … Info van de CLB-begeleider naar de ouder(s) De CLB-begeleider maakt voor de ouders duidelijk: welke onderzoeken er gebeurden om tot het voorgelegde attest te komen; welke aanpassingen nodig zijn om de leerling binnen het gemeenschappelijk curriculum mee te nemen of en in welke mate het noodzakelijk / wenselijk is een individueel aangepast curriculum af te spreken (handelingsplanning). De CLB-medewerker verduidelijkt: dat hij in deze fase de school ondersteuning biedt op beleidsvlak, ook via zijn aanwezigheid op de klassenraden; dat hij (nog) geen rechtstreekse, leerlinggebonden hulp biedt; of er al dan niet met het voorgelegde attest extra begeleiding vanwege externen ingeschakeld kan/mag worden (GON). Info van de directeur / zorgcoördinator / leraar naar de ouder(s) Voor de ouders is het fundamenteel dat ze de betekenis kennen en begrijpen van ‘inschrijving onder ontbindende voorwaarde’. Met de CLB-medewerker en in dialoog met de ouders en de groepsleraar wordt afgewogen of de aanpassingen die gevraagd worden, redelijk / onredelijk zijn. De directeur verduidelijkt de specifieke onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften van de leerling: of en in welke mate de leerling het gemeenschappelijk curriculum zal kunnen volgen; in welke mate er passende maatregelen getroffen moeten worden zoals remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen (zonder daarom deze vaktermen te gebruiken); hoe de haalbaarheid van de voorgestelde maatregelen opgevolgd zal worden; vanuit welke criteria eventueel de disproportionaliteit (de ‘onredelijkheid’) ervan gemoti-veerd zal worden. De directeur informeert de ouders over de gevolgen van een eventuele ontbinding van de inschrijving. Met de CLB-medewerker en in dialoog met de ouders en de groepsleraar wordt ook afgewogen of met de aanpassingen die gevraagd worden de leerling in aanmerking komt voor de gewone studiebekrachtiging toegekend door de klassenraad. De directeur / leraar maakt ook duidelijk: hoe de ouders zo actief mogelijk betrokken zullen worden bij het ondersteuningstraject van de leerling; hoe er gestreefd kan worden naar afstemming van de initiatieven op school en de onder-steuningsmogelijkheden van de ouders; hoe een samenwerking en eventueel ondersteuning afgesproken kan worden op het vlak van studieplanning en de organisatie van bv. het huiswerk; dat de ervaringen van de ouders op dit vlak een belangrijke bron van informatie is voor de school. Opvolging Het is juridisch noodzakelijk dat van elk overleg een formeel verslag wordt gemaakt dat alle partijen ter kennisname ondertekenen. Het is zinvol om in dit verslag ook te verwijzen naar de regelgeving (of naar het schoolreglement of de infobrochure van de school waarin deze regelgeving is opgenomen), onder meer: dat de inschrijving wordt ontbonden op het moment dat deze leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk 1 maand, vakantieperioden niet inbegrepen, na de kennisgeving van de bevestiging van de disproportionaliteit (‘onredelijkheid’); dat de ouders eventueel voor deze beslissing bemiddeling kunnen vragen bij het LOP of het dossier rechtstreeks kunnen overmaken aan de Commissie Leerlingenrechten (CLR). Voorbeeld 3 Gesprek met de ouders over het rapport of over toets- of leerresultaten Doel Situering Ouders worden vaak persoonlijk uitgenodigd voor een gesprek met de leraar. Toch gaat het initiatief niet steeds uit van de school. Ook de ouders kunnen hiertoe het initiatief nemen. Het is zinvol om de ouders vroegtijdig en intensief bij de analyse van leer- of ontwikkelingsproblemen te betrekken. Hierdoor kan men moeilijke gesprekken op een later tijdstip vermijden. Bij een vroegtijdige samenwerking voelt de ouder zich meer ‘partner’ en wordt hij bevestigd in zijn rol van opvoedingsdeskundige. Dit is zeker het geval bij gedragsproblemen en emotionele problemen. Ouders als een volwaardige partner betrekken bij het leertraject van een kind betekent dat de leraar hen onmiddellijk deelgenoot maakt van zijn bezorgdheid en vraagt om er samen met hem over na te denken. De leraar neemt zijn pedagogische en didactische deskundigheid mee naar het gesprek, terwijl de ouders dit doen met hun opvoedings- en ervaringsdeskundigheid. Nog informatie over ‘het oudercontact’: Een goed gesprek tussen ouders en leraar. Meer is het niet. Toch ligt het niet altijd voor de hand om van het oudercontact een succes te maken. In de reeks van TV.klasse krijg je (6) tips om er het maximum uit te halen. Participanten de groepsleraar eventueel een ander lid van het zorgteam (indien betrokken bij de begeleiding van het kind) de ouder(s) Het is wenselijk om beide ouders bij het gesprek te kunnen betrekken. Ouders voeden immers samen hun kind op. Dit is een wenselijke situatie, maar niet altijd vanzelfsprekend. Naargelang de gezinssituatie worden de participanten bepaald. In bepaalde gevallen is het ook wenselijk om het kind bij het gesprek te betrekken. Voorbereiding Als ouders voor de eerste keer worden uitgenodigd voor een rapport- of vorderingsgesprek laat de leraar best vooraf weten om welke reden dat gebeurt. Op die manier vermijdt hij paniekreacties. Ouders kunnen vooraf inzage gekregen hebben van het rapport en van de toets- en leerresultaten. De leraar heeft deze informatie geïntegreerd in het leerlingdossier. Raadpleeg deze aantekeningen vooraf (ook de notities van het intakegesprek en voorgaande rapportbesprekingen). Mogelijk kunnen toetsresultaten ook verwerkt worden in een groepsoverzicht en/of gesitueerd in een ruimer referentiekader. Verloop Organisatie Vragen ter inspiratie Opmerking vooraf: zonder overdadig gebruik van vakjargon zal de fase van het zorgcontinuüm waarin de leerling zich bevindt medebepalend zijn voor het verloop van het gesprek. Weerkerende richtvragen voor de dialoog: Welk effect hebben de getroffen maatregelen op het leertraject en op de leerresultaten van de leerling? Welk effect hebben de maatregelen op zijn welbevinden en tevredenheid in de groep? Krijgen de ouders ook thuis hiervan signalen? Kunnen de ouders hierop inspelen? Info van de leraar naar de ouder(s) Maak als leraar de ouders duidelijk: dat het niet de bedoeling is om enkel de negatieve punten van een leerling te bespreken; dat we vanuit het positieve een realistischer beeld van de mogelijkheden van het kind kunnen vormen. Probeer als leraar in te schatten hoe de ouders deze leerresultaten ervaren: Beantwoorden de resultaten aan wat ze ervan hadden verwacht of nog verwachten? Wat appreciëren de ouders wel of niet op school? Hoe ervaren ze bijvoorbeeld de sfeer? Voelen ze zich welkom op school? Specifiek bij probleemgedrag: Informeer of de leerling ook thuis in bepaalde situaties hetzelfde (probleem)gedrag vertoont. Opgelet! Ouders voelen zich bij vragen in verband met de thuissituatie vaak oncomfortabel. Het lijkt dan immers alsof zij ‘verantwoording’ moeten afleggen. Ze voelen zich ondervraagd. Info van de leraar en dialoog met de ouders vanuit de fase van het zorgcontinuüm waarin de leerling zich bevindt Situeer (indien zinvol) de behaalde resultaten op groepsniveau en/of in een ruimer referentiekader. 1. Fase van de brede basiszorg: Wat doe je als leraar om de leerling te stimuleren en hem actief bij het leerproces te betrekken? Hoe tracht je leerproblemen te voorkomen door het bieden van differentiatie in didactische werkvormen en taken? Heeft de leerling nood aan meer structuur, orde en regelmaat, …? Zie de weerkerende richtvragen voor de dialoog. 2. Fase van de verhoogde zorg: Welke maatregelen afgestemd op de specifieke onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften van de leerling voorzie je (onder de vorm van remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen)? Zie de weerkerende richtvragen voor de dialoog. Opmerking: Indien in de fase van de verhoogde zorg het individuele leertraject van de leerling gevolgen heeft voor de overgang naar het volgende leerjaar (of leergroep), moet dat tijdig aan de ouders gemeld en met hen besproken worden. 3. Fase van de uitbreiding van zorg: Welke vaststellingen deed het CLB in verband met de onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften van de leerling? Welke maatregelen afgestemd op de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling werden onverkort verderzet om in overleg met het CLB het verloop en de effecten van het leerproces te optimaliseren? (proces van handelingsgerichte diagnostiek) Hoe werd het onderwijs- en opvoedingsaanbod vanuit deze analyse beter afgestemd op de zorgvraag van de leerling? Zie de weerkerende richtvragen voor de dialoog Opmerking: Indien in de fase van de uitbreiding van de zorg de vooropgestelde maatregelen (i.c. compenserende of dispenserende maatregelen) gevolgen hebben voor de overgang naar het volgende leerjaar (of leergroep), moet dat tijdig aan de ouders gemeld en met hen besproken worden. Info van de ouder(s) naar de leraar Bij het signaleren van leerproblemen of wanneer de leerresultaten niet beantwoorden aan de vooropgestelde verwachtingen, is het belangrijk dat ook de ouders gehoord en ernstig genomen worden in de zorg voor hun kind. Wat zien zij als de oorzaak of als mogelijke oorzaken van het probleem? Maken zij zich over andere problemen zorgen? Wat vinden zij dat belangrijk is om eerst aan te pakken? Wat is voor hen wenselijk en haalbaar? Hebben zij nood aan ondersteuning? Welke soort ondersteuning is voor hen aanvaardbaar? Wanneer is voor hen het probleem opgelost? Opvolging Vanuit dit gesprek kunnen er bijkomende voorstellen worden gedaan voor het optimaliseren van de begeleiding van de leerling, zowel in de klasgroep als thuis. Vroegere voorstellen kunnen worden bijgestuurd. Opmerkingen in verband met de maatregelen in de fase van de verhoogde zorg of bij de uitbreiding van de zorg die gevolgen hebben voor de overgang naar het volgende leerjaar (of leergroep), worden het best geregistreerd in het leerlingdossier. Voorbeeld 4 Klassenraad over leerresultaten van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Doel Situering Opdrachten van de klassenraad zoals ze zijn vermeld in de regelgeving: De klassenraad is het team van personeelsleden dat onder leiding van de directeur of zijn afgevaardigde samen de verantwoordelijkheid draagt of zal dragen voor de begeleiding van en het onderwijs aan een bepaalde leerlingengroep of individuele leerling (BaO/98/11). Na 20 juni en vóór het einde van het schooljaar beslist de klassenraad over de toekenning van het getuigschrift basisonderwijs per individuele leerling op grond van alle documenten in het leerlingendossier (BaO/98/11). De klassenraad van de school voor lager onderwijs beslist voortaan over de toelating tot het gewoon lager onderwijs van alle vijfjarigen, alsook over de toelating van de zesjarigen die het jaar ervoor onvoldoende aanwezig waren in het Nederlandstalig erkend kleuteronderwijs (BaO/2001/10). Het kan evenwel ook zijn dat het zesjarig kind wel voldoet aan de toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager onderwijs, maar dat de ouders toch de beslissing nemen om het kind nog een jaar langer kleuteronderwijs te laten volgen. Zowel de klassenraad als het bevoegde CLB geven de ouders hierover voorafgaandelijk advies, … (BaO/2001/10). Voor de toelating tot het achtste jaar is een gunstig advies van de klassenraad en een advies van het CLB vereist (BaO/2001/10). In sommige publicaties wordt een onderscheid gemaakt tussen: de toelatingsklassenraad die beoordeelt of een leerling aan de toelatingsvoorwaarden voldoet voor een leerjaar en of er eventueel afwijking dient aangevraagd te worden; de begeleidende klassenraad gericht op het overleg hoe sommige leerlingen best begeleid of aangepakt worden; of en hoe het leerproces bijgestuurd kan worden; hoe storend gedrag aangepakt kan worden; hoe tekorten mogelijk geremedieerd kunnen worden (klasintern of extern); hoe een individueel handelingsplan kan worden bijgestuurd (individuele leerlingbespreking); de adviserende klassenraad gericht op overleg en het formuleren van een advies in geval gedragsproblemen en indien ernstige tuchtmaatregelen wenselijk of noodzakelijk zijn; de delibererende klassenraad (zie bovenvermelde regelgeving) beslist op het einde van het schooljaar over het behalen van het getuigschrift basison-derwijs; beslist over de toelating van vijfjarigen tot het lager onderwijs; beslist over de toelating van zesjarigen tot het lager onderwijs die het jaar voordien onvoldoende aanwezig waren in de kleuterschool. Indien de preventieve aanpak door de leraar (of een ander lid van het zorgteam) niet (meer) volstaat of indien de aanpak wel volstaat maar de leraar maakt zich zorgen over bepaalde signalen, dan bespreekt hij dit in eerste instantie op de begeleidende klassenraad. Participanten de directeur de groepsleraar de leden van het zorgteam eventueel de CLB-begeleider Voorbereiding De leraar heeft de toets- en leerresultaten geïntegreerd in het leerlingdossier en eventueel verwerkt in een groepsoverzicht en/of gesitueerd in een ruimer referentiekader Hij verzamelde ook de notities van het intakegesprek en (verslagen) van voorgaande klassenraden. Verloop Organisatie Vragen ter inspiratie Info van de leraar De groepsleraar situeert de te bespreken toets- of leerresultaten: op groepsniveau; van de leerlingen waarbij er sprake is van ‘leerproblemen’ of ‘leerachterstand’. Eventueel worden de resultaten vergeleken met informatie van vorige klassenraden en gesitueerd in een ruimer referentiekader. Vooral voor leerlingen in de fase van de verhoogde zorg en in de fase van de uitbreiding van de zorg focussen we op de ondersteuning die geboden moet worden: We kijken naar de sterke kanten van de leerlingen. In welke onderwijsleersituaties zijn er ook voor hen succeservaringen? Welke onderwijs-, opvoedings- en ondersteuningsbehoeften zijn al vroeger afgesproken, ook met de ouders? Hebben de vastgestelde leerproblemen ook een effect op het welbevinden en de tevredenheid van de leerling? Zijn er signalen van emotionele problemen of van gedragsproblemen die het gevolg zouden kunnen zijn van de leerproblemen? Info van de leraar en dialoog met de andere participanten vanuit de fase van het zorgcontinuüm waarin de leerling zich bevindt Weerkerende richtvragen: Welke haalbare tussenstappen naar de verwachte doelen kunnen bepaald worden? Kunnen we daarbij uitgaan van en aansluiten bij de positieve kenmerken van de leerling? Kunnen we daarbij uitgaan van en aansluiten bij activiteiten en situaties waarbij de leerling voldoende gemotiveerd is (met een goed welbevinden en tevredenheid)? Welk tijdpad kan daarbij worden voorzien (planning, tussentijdse evaluatie van de gekozen acties)? Kunnen/moeten de ouders worden betrokken bij het opzetten en uitwerken van een preventieve aanpak? 1. Fase van de brede basiszorg: Is meer klasinterne of klasexterne ondersteuning mogelijk om nog meer te differentiëren in werkvormen en taken? Welke materialen zijn hiervoor beschikbaar? 2. Fase van de verhoogde zorg: Welke maatregelen afgestemd op de specifieke onderwijs-, opvoedings- en ondersteu-ningsbehoeften van de leerling onder de vorm van remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen kunnen nog meer getroffen worden? Welke klasinterne of klasexterne ondersteuning is hierbij mogelijk? Is het wenselijk/noodzakelijk om voor leerling(en) een individueel leertraject af te spreken? Welke gevolgen heeft dat voor de overgang naar het volgende leerjaar (of leergroep)? Hebben de compenserende en dispenserende maatregelen gevolgen voor het behalen van het getuigschrift basisonderwijs? 3. Fase van de uitbreiding van zorg: Welke vaststellingen deed het CLB in verband met de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de leerling? Welke ondersteuning kan de CLB-begeleider bieden bij de start van een handelingsge-richt diagnostisch traject? Welke informatie over de leerling en zijn omgeving moet hiervoor nog verzameld worden? Zijn bijkomende onderzoeken noodzakelijk (wenselijk) om een duidelijker zicht te krijgen op de gestelde problemen? Welk tijdpad voorzien we voor een verdere analyse van de problemen, voor het formuleren van concrete adviezen? De ondersteuningsinitiatieven uit de vorige fasen kunnen alleszins worden verdergezet. De geplande initiatieven kunnen nog specifieker en nog meer gericht zijn op de individuele leerling met leerproblemen. In sommige gevallen zal de school voor het nemen van deze maatregelen ook extra middelen of ondersteuning krijgen. Opvolging Voor de verdere opvolging van de gemaakte afspraken en begeleidingsinitiatieven is het noodzakelijk dat van elke klassenraad een formeel verslag wordt gemaakt dat alle participanten ter kennisname ondertekenen. Voorbeeld 5 Slechtnieuwsgesprek met de ouders Doel Situering Bij een slechtnieuwsgesprek gaat het om het overbrengen (en helpen verwerken) van slecht nieuws. Onder slecht nieuws in de context van het zorgbeleid van de school (zorgcontinuüm) worden verstaan: een inschrijving in de gewone basisschool van een leerling met een attest Buo die wordt ontbonden omdat de gevraagde aanpassingen als onredelijk werden beoordeeld; een doorverwijzing naar het CLB voor diagnostisch onderzoek en voor het uitzetten van een individueel aangepast leertraject; de mededeling dat aan een leerling geen getuigschrift basisonderwijs kan worden uitgereikt. Participanten de directeur de groepsleraar en eventueel andere leden van de klassenraad de ouders Het is wenselijk om beide ouders bij het gesprek te kunnen betrekken. Ouders voeden immers samen hun kind op. Dit is een wenselijke situatie, maar niet altijd vanzelfsprekend. Naargelang de gezinssituatie worden de participanten bepaald. Voorbereiding Het is zeer belangrijk het gesprek goed voor te bereiden. De directeur / de leraar (de zorgcoördinator of een ander afgevaardigd teamlid) moet goed overdenken hoe het nieuws zo duidelijk mogelijk te formuleren is. Het is belangrijk te overdenken welke relevante gegevens nodig zijn voor een goede argumentatie. Het is ook van belang om een goede plaats en een goed tijdstip uit te kiezen. Maak vol-doende tijd vrij voor het gesprek. Een slechtnieuwsgesprek tussen twee afspraken in prop-pen, kan moeilijkheden veroorzaken. Verloop Organisatie Vragen ter inspiratie Info van de leraar / directeur Na een zeer korte introductie start het gesprek met het direct meedelen van de boodschap. Zie de informatie over ‘het perceptieniveau van communicatie’: Hoe interpreteren de ouders de gekregen boodschap? Hoe reageren ze? Kunnen ze de boodschap plaatsen in hun referentiekader (gezinsregels, opvoedingswaarden, culturele en sociale normen) samenhangend met hun achtergrond en ervaringen? Is er nood om even ‘stoom af te blazen’? De directeur / de leraar kan nu de argumenten voor de beslissing voorleggen. In dialoog met de ouders kan gezocht worden naar mogelijke oplossingen. De directeur / de leraar kan in deze fase van het gesprek een adviserende rol innemen, zonder zelf een direct voorstel te doen. Door het stellen van stimulerende samenvattingen of open doorvragen gaat de ouder zelf op zoek naar een oplossing. Info van de ouder(s) Gun de ouders voldoende tijd om te reageren op de boodschap. In deze fase moet de leraar ervoor zorgen dat hijzelf niet te fel emotioneel betrokken raakt of in een discussie verzeilt. Welke oplossing is voor de ouders haalbaar? Welke ondersteuning is daarbij wenselijk/noodzakelijk? Het is mogelijk dat de ouder op een bepaald moment de neutrale houding van de leraar weet te doorbreken. De leraar wordt dan in de verdediging gedrukt. Terug refereren naar de argumentatie is dan de oplossing. Ook bij een slechtnieuwsgesprek moeten de ouders ervaren: dat het gesprek erop gericht is om een beter inzicht te laten verwerven in wat er wordt gecommuniceerd; dat zij als een volwaardige partner worden betrokken bij het leertraject van hun kind; dat de directeur / de leraar hen deelgenoot maakt van zijn bezorgdheid en vraagt om er samen met hem over na te denken; dat de directeur / de leraar vanuit zijn pedagogische en didactische deskundigheid mee wil zoeken naar oplossingen, terwijl de ouders dit doen vanuit hun opvoedings- en ervar-ingsdeskundigheid. Opvolging Opmerkingen van de ouders en gemaakte afspraken in verband met de gekregen boodschap (het slechte nieuws) worden best geregistreerd in het leerlingdossier.