4.7.3 Voorwaarden waaraan het personeelslid moet voldoen en 4.7.4 Voorwaarden waaraan de betrekking moet voldoen

Voorwaarden waaraan het personeelslid moet voldoen

Voorwaarden wervingsambten

Een vaste benoeming in een wervingsambt kan slechts plaatsvinden indien het personeelslid:
  • Belg of onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie, de EVA (Europese Vrijhandelsassociatie) of in het bezit is van een vrijstelling verleend door de Vlaamse Regering;
  • van onberispelijk gedrag is zoals blijkt uit een uittreksel uit het strafregister (model 2), dat niet langer dan één jaar tevoren werd afgeleverd;
  • voldoet aan de taalvereisten;
  • lichamelijk geschikt is (aangetoond door een medisch attest van de huisarts) (De personeelsleden die in het verleden door de Administratieve Gezondheidsdienst (Medex) onder voorbehoud geschikt werden bevonden, worden geacht lichamelijk geschikt te zijn.);
  • een vereist of voldoend geacht bekwaamheidsbewijs heeft voor het specifieke ambt;
  • voldoet aan de dienstplichtwetten;
  • de betrekking in hoofdambt uitoefent;
  • zich kandidaat heeft gesteld in de vorm en binnen de termijn vermeld in de vacantverklaring van het schoolbestuur;
  • voor het ambt in kwestie als laatste evaluatie niet de beoordeling met eindconclusie ‘onvoldoende’ heeft gekregen (Als het personeelslid niet werd geëvalueerd, wordt deze voorwaarde geacht als voldaan te zijn.);
  • op 30 juni (31 augustus voor het administratief personeel) voorafgaand aan de datum van de vaste benoeming 720 dagen dienstanciënniteit heeft, waarvan 360 dagen in het ambt dat vacant werd verklaard;
  • uiterlijk op de vooravond van de vaste benoeming voor doorlopende duur is aangesteld voor minstens 1 uur in het ambt waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld. (Als de vaste benoeming ingaat op 1 juli moet het personeelslid op 30 juni daarvoor aangesteld zijn voor doorlopende duur. Gaat de vaste benoeming in op 1 oktober moet het personeelslid uiterlijk op 30 september daarvoor voor doorlopende duur aangesteld zijn in het ambt waarvoor hij zich kandidaat heeft gesteld voor vaste benoeming.)
Behoort de school waar het personeelslid voor doorlopende duur is aangesteld tot een scholengemeenschap, dan vervult het personeelslid deze voorwaarde voor alle instellingen van deze scholengemeenschap.
Uitzondering: De voorwaarde betreffende tijdelijke aanstelling van doorlopende duur is niet vereist in volgende situaties:
  • voor een vastbenoemd personeelslid dat in de betrekking is aangesteld bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling;
  • voor een vastbenoemd personeelslid dat in de betrekking is aangesteld voor wat betreft het volume van zijn opdracht waarvoor hij is vastbenoemd en waarvoor hij een verlof heeft verkregen om tijdelijk een andere opdracht uit te oefenen. 
In beide gevallen kan het personeelslid pas benoemd worden als het op 30 juni voorafgaand aan de vaste benoeming, 720 dagen dienstanciënniteit heeft, waarvan 360 dagen in dat ambt.

In het gesubsidieerd onderwijs moet het personeelslid de vereiste anciënniteit hebben bereikt:
  • ofwel bij het betrokken schoolbestuur wat de instellingen betreft die niet tot de scholengemeenschap behoren;
  • ofwel bij het betrokken schoolbestuur en/of bij een ander schoolbestuur, beide voor wat de scholen betreft die tot dezelfde scholenge-meenschap behoren. Gaat het om een dienstanciënniteit verworven bij een ander schoolbestuur, dan kan het schoolbestuur, waar de vacante betrekking zich situeert, eisen dat bij haar een dienstanciënniteit van ten minste 360 dagen, waarvan 240 effectief gepresteerd, werd verworven.
Voor de berekening van de 720 dagen dienstanciënniteit komen de prestaties geleverd vóór 1 september 2005 als volgt in aanmerking:
  • voor een vaste benoeming in een school die niet behoort tot een scholengemeenschap: alle prestaties verstrekt in de school (scholen) die de betrokken schoolbestuur beheert;
  • voor een vaste benoeming in een scholengemeenschap: alle prestaties verstrekt in scholen die vanaf 1 september 2005 tot de betrokken scholengemeenschap behoren en alle prestaties verstrekt in andere scholen van het schoolbestuur waar men zijn kandi-datuur stelt;
  • ofwel bij een andere schoolbestuur wanneer het een wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeelslid betreft, tenzij deze ter beschikking werd uitgesproken in een school van een ander net of voor het gesubsidieerd vrij onderwijs van een ander karakter of een andere groep.
Voorwaarden selectie- en bevorderingsambten

Voor selectie- en bevorderingsambten gelden ook alle bovenstaande voorwaarden voor een wervingsambt, uitgezonderd de vereiste dienstanciënniteit.

In het gemeenschapsonderwijs moet een personeelslid een proeftijd doorlopen voordat hij kan benoemd worden in een selectie- of bevorderingsambt. Zie 4.7.2.

Voorwaarden waaraan de betrekking moet voldoen

1. Een betrekking kan slechts door benoeming ingenomen worden als ze:
  • niet door reaffectatie of wedertewerkstelling moet worden toegewezen aan een wegens ontstentenis van betrekking ter beschikking gesteld personeelslid. Weliswaar kan een vacant verklaarde betrekking voor benoeming worden toegewezen aan een personeelslid dat daarin is gereaffecteerd of wedertewerkgesteld;
  • niet reeds door een nieuwe affectatie of mutatie toegewezen is;
  • op 1 juli of 1 oktober volgend op de vacantverklaring nog vacant is.

2. Een betrekking die deel uitmaakt van een instelling of vestigingsplaats die ingevolge de toepassing van de rationalisatiereglementering in progressieve opheffing is, komt niet in aanmerking voor een vaste benoeming.

3. Vacantverklaring en vaste benoeming is mogelijk in vacante betrekkingen ingericht in alle lestijden, uren of punten die toegekend worden aan de school. Hierop zijn een aantal uitzonderingen.

Komen voor het gewoon onderwijs niet in aanmerking voor vaste benoeming: de betrekkingen ingericht in:
  • de additionele lestijden sociale maatregel (niet te verwarren met de SES-lestijden die wel in aanmerking komen voor vacantverklaring en vaste benoeming);
  • de instaplestijden (= herberekening van de lestijden volgens de schalen bij de instapmomenten van kleuters na de krokusvakantie);
  • de lestijden kleuteronderwijs (zowel de lestijden uit de basisomkadering als de instaplestijden) die omgezet werden naar uren kinderverzorger;
  • de overgedragen lestijden of uren aan een school van eenzelfde of ander schoolbestuur;
  • de herverdeelde lestijden tussen het kleuter- en lager onderwijs binnen één school;
  • de bijkomende lestijden wegens een vrijwillige fusie;
  • de bijkomende lestijden voor tijdelijk onderwijs aan huis;
  • de uren op basis van de stimuluspunten toegekend aan de scholengemeenschap;
  • de uren die op basis van samengelegde punten ICT en administratieve ondersteuning worden ingericht op het niveau van de scholengemeenschap;
  • de uren van de puntenenveloppe zorg die worden ingericht op het niveau van de scholengemeenschap;
  • de uren op basis van punten zorg die naar een andere scholengemeenschap werden overgedragen;
  • de lestijden of uren PWB (personeel ten laste van het werkingsbudget).

Voor het buitengewoon onderwijs komen bijkomend niet in aanmerking voor vaste benoeming de betrekkingen ingericht in:
  • de aanvullende lestijden voor permanent onderwijs aan huis;
  • de aanvullende lestijden voor de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap (ION);
  • de bijkomende lestijden of uren ingevolge bijzondere omstandigheden (afwijkingsuren);
  • de extra lestijden of uren toegekend voor Projecten Bijzondere Onderwijsontwikkelingen (PBOO);
  • de bijkomende lestijden of uren GON voor leerlingen met een autismespectrumstoornis (GON ASS).
4. De vacantverklaring in de categorie van beleids- en ondersteunend personeel (ambten van administratief medewerker, ICT-coördinator en zorgcoördinator) gebeurt:
  • per school;
  • per puntenenveloppe;
  • per ambt;
  • per opleidingsniveau.

5. Bij uitbreiding van een kleuterschool tot basisschool heeft de directeur van de betrokken kleuterschool voorrang voor een vaste benoeming in het ambt van directeur van de basisschool.

6. NIEUW VANAF 1 MEI 2015: Als een vastbenoemd personeelslid de goedkeuring heeft gekregen om een langdurig verlof voor verminderde prestaties wegens medische redenen op te nemen, wordt het deel van de opdracht waarvoor het personeelslid dit verlof opneemt, 24 maanden na de aanvangsdatum van dit verlof een vacante betrekking.